Ventilatie en luchtbehandeling preventie Corona
Corona: voorzorgsmaatregelen ventilatie en luchtbehandeling tegen mogelijke
verspreiding
De mogelijkheid van verspreiding van het coronavirus via ventilatie- en luchtbehandelingssystemen is
niet bewezen en wordt ook niet door de autoriteiten erkend. Echter, om mogelijke verspreiding van
het coronavirus via lucht te voorkomen kunnen verschillende voorzorgsmaatregelen genomen
worden. Het betreft maatregelen voor ventilatie- en luchtbehandelingssystemen en sanitaire
installaties, maar ook het omgaan met spuien. Een van de aanbevelingen is om recirculatie van lucht
te vermijden. Meer ventileren vermindert aantal infecties
Over het algemeen zal meer ventilatie het aantal infecties verminderen maar hangt dit af van de
dosis die nodig is om iemand te infecteren met de infectieuze agentia. Het doel van ventileren is
luchtreiniging door het verdunnen of verdringen van vervuiling (luchttoevoer) en het verwijderen van
die vervuiling (luchtafvoer). Bij een hoger ventilatievoud (aantal malen dat er een hoeveelheid verse
lucht wordt toegevoerd die gelijk is aan kubieke inhoud van de ruimte) kan meer vuile lucht
verwijderd worden. Er is brede consensus dat ventilatie en luchtstromingen in gebouwen de
overdracht van infectieziekten reduceert. Er zijn echter onvoldoende gegevens om te specificeren en
te kwantificeren wat de minimale vereisten zijn om verspreiding tegen te gaan (Li et al, 2007; Luongo
2016). Wel laten de verschillende studies een aantal casussen zien wat het effect van verschillende
ventilatiesystemen en ventilatie-regimes zijn.
Aard ventilatiesysteem speelt rol bij effectiviteit luchtreiniging
De aard van het ventilatiesysteem speelt een rol bij de effectiviteit van de luchtreiniging. Meestal
hebben gebouwen mengventilatie (met of zonder warmteterugwinning), soms verdringingsventilatie.
Ook als de frisse lucht binnen komt via ramen en roosters en mechanisch wordt afgezogen, is er
sprake van mengventilatie. Het doorspoelen van ruimten met open ramen is een mogelijkheid,
wanneer er geen personen in de ruimten aanwezig zijn.
Het 24/7 ventileren in de nominale of hoogste stand wordt aanbevolen om de zwevende deeltjes in
de lucht te verwijderen alsook om losgelaten deeltjes van oppervlakken te verwijderen. Het
controleren hoe de bedrijfstijden staan ingesteld en op welke stand het systeem staat is hier dan ook
relevant. Indien er meerdere ventilatiestanden ingesteld kunnen worden, kan er ’s nachts op een
lagere stand geventileerd worden om ’s ochtends weer op maximale stand te ventileren.
De 24/7 afzuigventilatie van toiletten wordt aanbevolen om de fecaal-orale transmissie te bestrijden.
Het controleren hoe de bedrijfstijden staan ingesteld en op welke stand het systeem staat is ook hier
relevant. Ramen in de toiletten moeten gesloten zijn om lucht uit toiletten af te zuigen door de
afzuigventilatie. Zodoende wordt voorkomen dat andere ruimtes in het gebouw besmet raken door
een verkeerde richting van de luchtstroom. Als er geen mechanische ventilatie is, dienen ramen
(indien aanwezig) overdag wel te worden geopend.
Sluiten van recirculatiesecties
Het wordt aanbevolen om recirculatie te vermijden, omdat er geen of standaardluchtfilters, in de
meeste gevallen geen HEPA-filters, in deze systemen zitten die een laag afvang rendement hebben in
het bereik van de grootte van virusdeeltjes. Daarom moeten recirculatiesecties worden gesloten
vanuit het gebouwbeheersysteem of handmatig. Voor decentrale recirculatie bijvoorbeeld bij
inductie-units, fancoil-units en lokale airco-installaties, waar geen frisse lucht wordt ingeblazen en
vuile lucht wordt afgezogen, dient enige voorzichtigheid betracht te worden. Indien het geen functie
van ventileren heeft en uitsluitend bedoeld is voor het conditioneren van de ruimte (warmte/koude),
is het advies om vanuit het voorzichtigheidsbeginsel deze systemen uit te zetten. Bij
mengventilatiesystemen wordt de lucht ook in beweging gebracht en gemengd maar wordt er ook
frisse lucht toegevoerd en vervuilde lucht afgevoerd. Dit is niet het geval bij inductie-units, fancoilunits
en lokale airco-installaties (uitgaande dat deze geen HEPA-filters hebben) Daardoor lijkt het
vooral een negatieve invloed te hebben op de verspreiding. Natuurlijk dit kan betekenen dat er
thermisch discomfort zal ontstaan.
The impact of ventilation rate
In het rapport uit 2018 (n.a.v de SARS uitbraak in 2003) en het daaruit gepubliceerde artikel
“Ventilation control for airborne transmission of human exhaled bio-aerosols in buildings” geschreven
door Hua Qian en Xiaohong Zheng, wordt het gunstige effect van goede ventilatie ook beschreven:
“Increasing ventilation rate is believed to reduce the cross infection of airborne transmitted diseases
by removing or diluting pathogen-laden airborne droplet nuclei. A higher ventilation rate can dilute
the contaminated air inside the space more rapidly and decrease the risk of cross infection. Menzies
et al. studied the association between tuberculin conversion among HCWs and the ventilation rate in
patient care areas. They found that the tuberculin conversion among HCWs was strongly associated
with inadequate ventilation in general patient rooms and duration of work. Jiang et al. investigated
the infection risk of HCWs in different wards with different window sizes in two hospitals during the
2003 SARS outbreak in Guangdong and found that larger ventilation windows showed a lower
infection risk. In spite that a higher ventilation rate is able to provide a higher dilution capability to
reduce the cross infection, the use of higher ventilation rates also means a higher energy cost for
mechanical ventilation.
The balance between decreasing the cross infection risk and reducing the energy consumption is
needed. The recommended minimum ventilation rate for airborne infection isolation rooms is 12 air
change per hour (ACH) in most guidelines which is originated from the 6 ACH in Center for Disease
Control and Prevention (CDC) guideline and then doubled after the 2003 SARS, while it is only 1 ACH
for commercial buildings”.
Conclusie:
Onderzoek na de SARS uitbraak in 2003, zijn de richtlijnen voor de hoeveelheid luchtwisselingen in
een ruimte verdubbelt. Geadviseerd werd om een minimale luchtverversing (door aanvoer verse
buitenlucht en afvoer binnenlucht) in een ruimte van 12 wisselingen per uur te gebruiken. Dit heeft
aangetoond dat de verspreiding van aerosolen significant verminderde.
Slotwoord
De uitbraak van het COVID-19 virus en de aansluitende pandemie heeft veel roering veroorzaakt in
de samenleving. En hiermee dus ook in de horeca.
Wat vooral heerst is paniek vanwege het grote effect van de pandemie op de volksgezondheid
wereldwijd. Mondiaal zijn onderzoekers, werkzaam in diverse disciplines, bezig om de pandemie te
remmen. Hetzij door bestrijding van het virus d.m.v een vaccin, maar ook op aanpassingen in de
samenleving om een eventuele toekomstige uitbraak -en verspreiding hiervan- bij de bron te
remmen. Hier kan gedacht worden aan het ‘nieuwe normaal’ waarbij fysiek contact (zoals
handenschudden etc.) vermeden gaat worden.
Uit diverse onderzoeken is gebleken, dat een goed ontworpen ventilatiesysteem de verspreiding
reduceert. Op details worden adviezen inzake ventilatie bijna wekelijks herzien, maar de basis blijft
dat als er op ruime wijze een ruimte met verse buitenlucht gespoeld wordt, dit bijdraagt aan het
inperken van overdracht van aerosols.
Concluderend kan er dus vastgesteld worden dat als een luchtbehandelingssysteem, die werkend op
het verdringingsprincipe, waar 100% verse buitenlucht geconditioneerd in de ruimte wordt
ingeblazen en waarbij de ruimtelucht 100% wordt afgevoerd (hetzij door luchtkasten afzuigsystemen
en/of dampkappen in keukens) geadviseerd wordt. Hierbij moet als noot worden toegevoegd, dat de
spoeling van de ruimte hoog moet zijn. Hoewel hier niks wetenschappelijks over terug te vinden is,
wordt een advies van tussen de 8 en 12 keer per uur aangehouden.
Feitelijk zou een situatie -waarbij een vergelijkbare aantal personen op een X aantal m2) op een
windstille warme zomerdag met hoge luchtvochtigheid in de buitenlucht, een groter effect op
verspreiding van aerosols kunnen veroorzaken, dan in een gecontroleerde geconditioneerde ruimte.